Rijsoord, P.K.N. Nederlandse Hervormde kerk (1973)

C.G.F. Witte bouwde in 1864 een nieuw orgel voor de Nederlandse Hervormde kerk te Rijsoord, met twee klavieren en aangehangen pedaal. Het is op 24 april 1864 in gebruik genomen in de morgendienst, waarna 's middags een vrije bespeling door dhr. J.H. Paling uit Rotterdam is gehouden. Vanaf 1922 wordt het orgel met behulp van een motor van lucht voorzien, daarvoor was dit de taak van een orgeltrapper. Op 11 maart 1923 is er een brand in de kerk, waarbij het orgel forse schade opliep. De fa. Sanders te Utrecht heeft na de brand de restauratie verzorgd.

De firma Standaart reviseerd het instrument in 1929 en de Trompet wordt vervangen door een nieuw exemplaar. Er volgden nog enkele meer of minder uitgebreide restauraties door De Koff (1951), A. Verdruyn (1957) en nogmaals Verduyn (in 1963), echter zonder grote wijzigingen van het instrument.

In 1973 is het orgel door Van den Heuvel tijdens een grote onderhoudsbeurt uitgebreid met een vrij pedaal van twee stemmen. Op 17 oktober 1973 werd het orgel in gebruik genomen met een bespeling door Feike Asma. Het laatste onderhoud is uitgevoerd in 1992. Daarbij is het hele binnenwerk gedemonteerd en gereviseerd in de werkplaats van Van den Heuvel te Dordrecht. Hierbij werd de Salicet weer teruggeschoven tot 4'. Op 4 april 1992 was de revisie gereed en kon het orgel weer in gebruik worden genomen.

Aanvullende informatie

  • Werkzaamheden: Restauratie
  • Locatie: Rijsoord (NL)
  • Dispositie:

    Hoofdwerk (I), C-f3
    Bourdon 16'
    Prestant 8'
    Octaaf 4'
    Nazard 3'
    Woudfluit 2'
    Mixtuur III (bas)
    Cornet III (discant)
    Trompet 8' (bas/discant)

    Bovenwerk (II), C-f3
    Viola 8'
    Holfluit 8'
    Salicet 4'
    Fluit 4'

    Pedaal, C-c1
    Bourdon 16'
    Holfluit 8'

    Koppelingen
    Bovenwerk/Hoofdwerk
    Hoofdwerk/Pedaal
    Bovenwerk/Pedaal


    Vulstem samenstelling

    Mixtuur bas Cornet discant
    C G e0 c1
    1 1/3 2 2 2/3 4
    1 1 1/3 2 2 2/3
      1 1 1/3 2