Dit orgel werd omstreeks 1900 door de Londense orgelbouwer C.H. Walker gebouwd met gebruikname van historisch pijpwerk, windladen en andere onderdelen uit de periode rond 1860. Deze historische onderdelen worden toegeschreven aan de Engelse orgelbouwer Whiteley. De door C.H. Walker in gotische stijl vervaardigde orgelkas, is van massief grenen en werd door hem voorzien van een roodbruine "mahonie" kleur die aansloot bij het mahonie van de speeltafel. De labia van de frontpijpen zijn tijdens de laatste restauratie opnieuw voorzien van 24-karaats blad-goud. Bijzonder zijn de details van de afsluitbare speeltafel en fraaie orgelbank, die ook in de periode van rond 1860 zijn vervaardigd.
In februari 2000 werd het orgel door Jardine's and Longstaff & Jones gedemonteerd en opgeslagen in de opslag van de Britse Historische Vereniging die zich tot doel heeft gesteld bijzondere historische orgels te conserveren en te behouden voor toekomstige generaties. Kort daarna kon dit orgel samen met een aantal andere unieke instrumenten door J. L. van den Heuvel Orgelbouw aangekocht worden.
In overleg met de eerder genoemde vereniging werd besloten het orgel algeheel te restaureren en in stijl terug te brengen naar de periode zoals het orgel begin vorige eeuw door Walker werd opgeleverd. Als enige toevoeging bleef de windmotor en bijbehorende kist gehandhaafd. Het is echter ook nog mogelijk de handpomp-installatie aan te sluiten zodat het orgel met de hand te gepompt kan worden.
De winddruk van het orgel staat op 77 mm waterkolom. Het houten en metalen pijpwerk is grondig gerestaureerd en de intonatie is geheel in de karakteristieke Engelse stijl. De toonhoogte staat nu op 440Hz bij 18°C.