Ridderkerk, P.K.N. Nederlandse Hervormde Singelkerk (32/III/P, 1972)

Ridderkerk, P.K.N. Nederlandse Hervormde Singelkerk  (32/III/P, 1972) Piet Bron

"Eindelijk weer eens een orgel dat met recht een koninklijk instrument heet, vervaardigd door een zeer talentvolle orgelbouwer"  Feike Asma

 

"Een concert in de Singelkerk, dat is iets ongelofelijks! Wat een bewonderenswaardige samenzang, en wat een prachtig orgel! Grote bewondering voor de geniale en zo jonge orgelbouwer Jan van den Heuvel"  Daniel Roth

 

"Welke orgelmaker begint met orgels van dit formaat? Het heeft hem veel roem gebracht. Het orgel is een opzienbarend instrument. daar komt bij dat het orgel teruggrijpt op tradities die vergeten waren, een Bovenwerk met een mooie Viola di gamba, fluit-registers, een ronde totaalklank" Jan Jongepier

 

"Hier maak ik kennis met een nieuw orgel dat zowel uitwendig als inwendig doet denken aan oude meesterwerken. Zij bruist, zij zingt, zij maakt muziek. Hierdoor inspireert zij haar bespeler en daarin ligt de kracht en het succes van Van den Heuvel's orgelbouwkunst"  Ben van Oosten

Het was juni 1970 toen de opdracht werd gegeven voor de bouw van een nieuw orgel in de Nederlandse Hervormde Singelkerk te Ridderkerk. Eerder had de 23-jarige Jan van den Heuvel een ontwerp gemaakt tot volle tevredenheid van het kerkbestuur.

Geheel alleen begon hij deze werkzaamheden (het was zijn eerste nieuwbouwopdracht!), zodat dit orgel nagenoeg geheel uit zijn persoonlijke handen is voortgekomen. Naast het instrument was Jan ook verantwoordelijk voor het vervaardigen van de nieuwe orgelkas met balustrade (in mahoniehout) en alle houtsnijwerk dat geheel met 23 karaat bladgoud werd beplakt.

Het orgel kreeg 32 sprekende stemmen, verdeeld over drie klavieren en pedaal. De mensuren (maten en materialen) van het pijpwerk van de  ongeveer 2.200 pijpen werden door hem berekend naar de afmetingen en akoestiek van de kerkruimte. Dit orgel kreeg bovendien het grootste orgelfront (247 frontpijpen) dat sinds 1945 in Nederlandwas gebouwd. De labia werden met bladgoud beplakt.

Op 10 en 11 november 1972 werd het orgel in gebruik genomen met een concert door de organist Koos Bons.

Aanvullende informatie

  • Werkzaamheden: Nieuwbouw
  • Locatie: Ridderkerk (NL)
  • Ingebruikname: zaterdag 11 november 1972
  • Dispositie:
    Pedaal, C-f1
    Prestant 16'
    Subbas 16'
    Holfluit 8'
    Octaaf 4'
    Ruispijp III
    Bazuin 16'
    Clairon 4'



    Rugpositief (I), C-g3
    Prestant 4'
    Roerfluit 8'
    Fluit Douce 4'
    Sesquialter I-II
    Gemshoorn 2'
    Quintfluit 1 1/3'
    Cymbel II
    Dulciaan 8'
    Tremulant

    Hoofdwerk (II), C-g3
    Cornet disc. IV
    Prestant 8'
    Quintadeen 16'
    Gedekt 8'
    Octaaf 4'
    Octaaf 2'
    Mixtuur VI-VIII
    Trompet 16'
    Trompet 8'

    Bovenwerk (III), C-g3
    Prestant 4'
    Holpijp 8'
    Viola di Gamba 8'
    Roerfluit 4'
    Quint 2 2/3'
    Woutfluit 2'
    Scherp III
    Hautbois 8'
    Tremulant

           

    Koppelingen
    Rugpositief/Pedaal
    Hoofdwerk/Pedaal
    Bovenwerk/Pedaal
    Rugpositief/Hoofdwerk
    Bovenwerk/Hoofdwerk

    Mechanische toets- en registertractuur.