Hervormde Kerk, Werkendam (2020)

Toen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog de oude Dorpskerk van Werkendam door een bombardement werd getroffen, werd ook het Witte-orgel uit 1865 verwoest. De in 1952 gebouwde nieuwe kerk werd als kruiskerk met een tentdak ontworpen door de architecten Nielsen en Spruit.

Een jaar na de bouw van de nieuwe kerk werd aan de firma Willem van Leeuwen te Leiderdorp de opdracht verstrekt tot de bouw van een nieuw mechnisch orgel (opus 300) met een vertikaal sleepsysteem. Willem van Leeuwen was in zijn tijd in de orgelbeweging al georiënteerd op het historische orgel en het is bijzonder te noemen dat ook hij dan een mechanisch orgel bouwt met hoofdwerk, rugwerk en pedaal. Daarbij was het meteriaal weliswaar van gebrekkige kwaliteit. Zo was de kas gemaakt van vurenhouten stijl- en regelwerk met triplex panelen.

vertikaleslepen 283x200

Links ziet u het vertikale sleep systeem zoals toegepast in Werkendam. Onder in beeld is het cancellenraam met massief (!) houten dekplaat. Daarop is het sleep systeem geplaatst. Dit bestaat uit een vertikaal geplaatste regel met aan elke kant een pertinax sleep. Boven de bewegende sleep is een vaste pertinax sleep geplaatst, dit om het hoogte verschil op te vangen. Tegen de slepen is een kapje verend gemonteerd welke bestaat uit een pertinax onderplaat met een bakelieten kapje. Als er een toets wordt ingedrukt stoomt de wind van de cancel in de vertikale regel, door de beweegbare sleep, door het kapje weer terug in de regel om naar boven in de pijpenstok te stromen.

 

Bij de oplevering bleven 8 van de 20 stemmen gereserveerd. In 1963 voegde Van Leeuwen twee stemmen toe: op het Pedaal kwam een Fagot 16' in plaats van de oorspronkelijk geplande Octaaf 4' (welke in 1958 al zou zijn vervangen door een Schalmei 4'), en op het Rugwerk werd een Roerfluit 4' geplaatst in plaats van de geplande Quintadeen 8'. Op het Hoofdwerk kwam een Cornet III sterk in plaats van het geplande Dulciaan 16'. Het jaar daarna worden door Pels & Van Leeuwen de overige lege plaatsen opgevuld.

In 1972 werd het orgel gerestaureerd door Pels & Van Leeuwen, waarbij windlade en mechanieken deels werden gerestaureerd en het orgel een nieuwe eiken kas kreeg met een sierlijker ontwerp. Tevens werden drie nieuwe stemmen aangebracht. Op het Pedaal werd de Spitsgedekt 16' vervangen door een Subbas 16' van Van Gelder, afkomstig uit de Willemskerk in Den Haag, op het Hoofdwerk werd de Trompet vervangen. Rond 1980 werd de Cornet vervangen door een 5 sterk expemplaar afkomstig uit Groot-Ammers, deze werd opgebankt geplaatst. In 1974 werd het blinderingssnijwerk aangebracht en werd het orgel geheel voltooid onder advies van de toenmalige organist Frans van Tilburg, die het orgel bespeelde van 1957 tot 1984.

Werkzaamheden 2020

Naast schoonmaak van het pijpwerk en laden is al het pijpwerk na gezien. Veel pijpen waren met plakband gerepareerd, ook gedekte pijpen waren met soms ruime hoeveelheden plakband stemmend gemaakt. De Holpijp 8' en Roerfluit 8' zijn nu van vilten afdichtingen voorzien. De labia van al de pijpen werden schoongemaakt en nagezien. Datzelfde is van toepassing voor de kernen, voeten en de corpi. Pijpvoeten van de pijpen zijn nazien en indien nodig hersteld of van nieuwe voetpunten voorzien. De steminrichtingen zijn allemaal nagezien en indien nodig opnieuw gesoldeerd zodat er een stabiel geheel ontstaat. Hierna is de intonatie nagewerkt.

De koppen van de Fagot 16' vertoonde vergaande oxidatie en zijn vernieuwd. Tevens is de intonatie verbeterd waarbij bekerlengten werden gecorrigeerd.

Dispositie

De wens om de dispositie van het orgel te wijzigen is ontstaan omdat alles wel zeer gedateerd en dun klinkt. Met enige veranderingen en aanpassingen wordt de klank milder en draagkrachtiger en zal dan ook beter inzetbaar zijn tijdens de Erediensten.

De Scherp van het rugwerk is vervangen door een Quintadeen 8' welke al in 1953 was voorzien. De Dulciaan 8' was zeer onbevredigend, zowel kwa kank als stemstabiliteit. Dit register is vernieuwd in een ruimere mensuur en nu van metalen stevels en koppen voorzien.

De hoofdwerk Mixtuur is zeer beschadigd geraakt door stemwerkzaamheden, mede door de slechte bereikbaardheid. De samenstelling is aangepast en pijpwerk is deels vervangen en/of verschoven door gebruik te maken van het pijpwerk van de vrijgekomen rugwerk Scherp.

De Hoofdwerk Cornet is vernieuwd in een bredere mensuur waardoor het zangrijke karakter beter tot uiting komt. Tevens is de opgebankte positie van dit register aangepast zodat het achterliggende pijpwerk beter bereikbaar is.

Rugwerk

Hoofdwerk

Balg

De zwikkels van de balg vertoonde scheuren, ze zijn dan ook vernieuwd. Het overige leer is nog in goede conditie mede door het gebruik van linnen in de schanieren waardoor het leer geen mechanische krachten hoeft over te brengen. Tevens zijn de lederen moffen vernieuwd welke aan het bovenblad zijn bevestigd.

Aanvullende informatie

  • Werkzaamheden: Restauratie
  • Locatie: Werkendam
  • Dispositie:
    Hoofdwerk (II), C-g3
    Prestant 8' (1953)
    Roerfluit 8' (1953)
    Octaaf 4' (1953)
    Gedekte Fluit 4' (1964)
    Nasard 2 2/3' (1964)
    Octaaf 2' (1953)
    Mixtuur IV (1953/2020)
    Cornet V (2020)
    Trompet 8' (1972)
    Rugwerk (I), C-g3
    Prestant 4' (1953)
    Holpijp 8' (1953)
    Quintadeen 8' (2020)
    Roerfluit 4' (1963)
    Fluit 2' (1953)
    Quint 1 1/3' (1953)
    Sesquialter II (1964)
    Dulciaan 8' (2020)

    Pedaal, C-f1
    Subbas 16' (1856)
    Octaaf 8' (1953)
    Fagot 16' (1963)




     

    Speelhulpen
    Manuaalkoppel
    Pedaalkoppel Hoofdwerk
    Pedaalkoppel Rugwerk
    Tremulant Rugwerk

    Samenstelling van de vulstemmen:

    Mixtuur IV
    C c0 f#0 f#1 f#2
    1 1/3 2 2 2/3 4 5 1/3
    1 1 1/3 2 2 2/3 4
    2/3 1 1 1/3 2 2 2/3
    1/2 2/3  1 1 1/3 2

     

    Cornet V
    a0 c1
    4 8
    2 2/3 4
    2 2 2/3
    1 3/5 2
      1 3/5

     

    Sesquialter II
    a0  
    2 2/3  
    1 3/5