Stockholm, Katarina Kyrka (62IIIP, 2000)

"We genieten van ons orgel in Stockholm!"
Lars Anderson, organist Katarina kerk

{tab De kerk}

"Katarinakyrkan", een historisch monument, staat op historische grond; de plaats wordt voor het eerst genoemd in 1303. Aan het einde van die eeuw wordt er een kapel gebouwd, bekrachtigd door Papal Bull in 1388 met een pelgrims tocht werd de kapel bekend als de Heilige Kruis Kapel.

Koning Johan III bevool de bouw van een kapel ter herdenking van de Familie Sture. De nieuwe Maria parochie van zuid Stockholm groeide uit het gebouw en een grotere kerk werd opgericht begin 1600. Na bevel van de Koning de parochie werd opgedeeld in 1654, en architect Jean de la Valle (1620 - 1696) werd gekozen om een nieuwe kruis kerk te ontwerpen. De bouw start in de lente van 1656 en de eerste missen konden op 21 April 1656 worden opgedragen. Het duurde echter tot 1695 voordat de kerk geheel af was. De Karl XII trappen werden voltooid in 1715. Tijdens de heksenjacht van de jaren 1670's werd hier tribunaal gehouden meestal gebaseerd op valse beschuldigingen welke vaak eindigenden met de brandstapel.

In mei 1723 de Katarina Kerk verbrande samen met het Katarina kwartier. In 1724 werd hij weer in gebruik genomen na provisorische reparaties. Diverse verbeteringen werden uitgevoerd midden 18e eeuw. Exterieur reparaties werden uitgevoerd in 1784. In 1862 lezen we dat "een verwarmingssysteem is nodig in ons koude klimaat", zodat verwarmingsbuizen worden aangelegd onder de nieuwe houten vloer. Een grondige restauratie vond plaats tussen 1952 en 1954, en een nieuw koperen dak werd voltooid in 1988.

17 Mei, 1990 was een trieste dag voor de parochie, toen de kerk volledig afbrandde, gelukkig zonder verlies van levens. Slechts een kruis en enige andere attributen konden worden gered. Inzamelingen starten direct na de brand in Stockholm en mensen uit heel Zweden werden betrokken bij het "Bewaar de Katarina" project, door giften, fondsen en diensten. De 700 koorleden van de Katarina gaven concerten ten behoeve van een nieuw orgel.
Herbouw van de kerk, welke starte op 3 December 1990 onder architect Ove Hidemark heeft ruim 240 miljoen Zweedse kronen gekost, de verzekering dekte slechts een 145 miljoen. Slechts de muren van de kerk overleefden het vuur; daarom werd het passen geacht om slechts bouwwijzen uit de 17e eeuw gebruikt ondanks dat er geen enkele tekening beschikbaar was.

Een analyse werd gemaakt van wat niet door de vlammen was verteerd; oude foto's en maten genomen in de 30-er jaren werden gebruikt. Houten balken werden gebruikt uit het woud van Mellanskog in Helsingland en oude ambachtslieden werkten zij aan zij met jonge. De brand preventie is verhoogd, door opdeling en een sprinkler system met een electronisch brand alarm.
Het interieur van de kerk is een ontmoeting van oud en nieuw. De geconstrueerde orgelkas en altaar (origineel van architect Carl Frederik Adelcrantz, 1732) zijn bedoeld als verwijzing naar het oude, het liturgische centrum als mede het kerkmeubilair het nieuwe.

{tab Het orgel}

Het orgel is geplaatst in een geheel nieuwe orgelkas, welke een reconstructie is van de verbrande Jean Erik Rehn kas uit 1763. Het kaswerk werd vervaardigd uit Europees eiken. Helaas is alleen het snijwerk boven aan de pijpvelden en torens aangebracht. Completering van het snijwerk aan de onderzijde van de pijpvelden en toren en het snijwerk boven op de orgelkas zal plaats vinden waarneer hier fondsen voor beschikbaar zijn. Het vergulden met 23.5 karaats bladgoud zal eveneens later worden uitgevoerd.
Het nieuwe orgel heeft 62 stemmen verdeeld over drie manualen en pedaal waarvan zowel het tweede manuaal (Positif) als het derde manuaal (Récit) in een zwelkast zijn geplaatst. De adviseurs waren orgeldeskundige Torvald Torén en organist/cantor Sonny S. Peterson.

{tab Enige details}

Windladen

Om een rustige toonaanzet te garanderen zijn de tooncancellen van de mechanische sleepladen in principe niet langer dan 100cm. Het was dus per klavier nodig om over te gaan naar twee of meer ventielkasten. Het Grand Orgue en Récit Expressif kregen ieder twee windladen met elk twee ventielkasten zodat het in de bas mogelijk was om zelfs vier ventielen per toon te bouwen. Het Pedaal heeft zes windladen met dubbele ventielen waar nodig. Naast deze laden heeft het pedaal negen off-set laden voor de 32' en 16' registers welke direct vanuit een balg gevoed worden, hetgeen afsnoepen van speelwind uit de tooncancellen van andere registers uitsluit.

Windvoorziening

Het orgel beschikt over een zeer royaal bemeten vouwbalgen systeem: deze balgen geven een stimulerende werking op de aanzet van de orgelklank met name in het plenum. Om het orgel gelijkmatig in zijn wind te zetten werden er vier Zwitserse Meidinger ventilatoren met een eigen, onafhankelijk balgensysteem ingebouwd.
Om de klank goed uit te kunnen intoneren naar de hoge tonen, hetgeen onmisbaar is in een symfonisch pijporgel, werden de winddrukken in bas- en diskant verdeeld voor het G.O. en Récit. Ook werden er aparte vouwbalgen gemaakt voor de C- en Cis opstelling van de labialen en tongwerken van het Pedaal. Alle balgen werden zo dicht mogelijk bij de windladen geplaatst om de windkanalen kort te kunnen houden.
Zelfs bij het gebruik van de drie "Octaves Graves" beschikt het orgel over een uitermate stabiele en toereikende wind.

De gebruikte winddrukken zijn:

  • Grand Orgue bas: 95 mm
    Grand Orgue diskant: 110 mm
  • Positif Expressif: 90 mm
  • Récit Expressif bas: 115 mm
    Récit Expressif diskant: 130 mm
  • Pédale:
    Labialen: 105 mm
    Tongwerken: 112 mm
  • Hoofdbalg: 150mm
  • Barker-machines: 102mm

In totaal zijn er 10 traditionele vouwbalgen geïnstalleerd.

Toets- en registertractuur

De traditioneel vervaardigde toetstractuur van het orgel beschikt over Barker-machines voor alle werken die in een drievoudig geïsoleerde geluidsdempende kast zijn geplaatst waardoor ze, ondanks hun enorme kracht, nagenoeg geruisloos werken. Verder voordeel van deze speciale kast is dat genoemde machines inclusief koppels stofvrij blijven en dat e.e.a. indien noodzakelijk gemakkelijk klimatologisch geregeld kan worden (de relatieve luchtvochtigheid in Zweden kan variëren tussen de 20 en de 90%).

Speeltafel

De speeltafel is gemaakt in de stijl van eerder door Van den Heuvel gebouwde orgels in Parijs, Genève en München. De organist zit (op een ergonomisch gevormde orgelbank met rugleuning) met zijn rug naar het orgel en heeft dus zicht op het liturgisch centrum.
De registers zijn geplaatst in 'terrassen' hetgeen zeer overzichtelijk en praktisch is voor de bespeler. De registertractuur is voorzien van en setzersysteem met 999 vrij programeerbare combinatiemogelijkheden. Deze kunnen in 99 groepen afzonderlijk geblokkeerd worden zodat organisten "van buitenaf" ieder over aparte programmeerbare kanalen kunnen beschikken, zonder dat anderen de registraties kunnen veranderen. De palissander bakstukken en lijsten onder, tussen, en boven de klavieren werden voorzien van inlegwerk van ivoor.

Zwelkasten

Uniek is het effect van de twee zwelkasten die zeer expressief zijn hetgeen mede te danken is aan de bijzondere constructie (ontwikkeld door Van den Heuvel) van de 60mm dikke zweldeuren met een drievoudige aanslag alsmede de drievoudige wand en plafond isolatieconstructies. In verband met het gevaar van het doorgeven van de klankresonantie van de binnen- naar de buitenzijde, is de binnenzijde van de zwelkast in zijn geheel "zwevend" gemaakt hetgeen mede bijdraagt aan de optimale klankexpressie.

Klank

In klanktechnisch opzicht valt de harmonische boventoonrijke intonatie op. De mensuren lopen wijd uit naar boven toe omdat de bovenste toon als solistische stem altijd de leiding moet hebben. Vooral de klanktoename van de overblazende fluiten, strijkers en tongwerken zijn zeer expressief, hetgeen mede gerealiseerd werd door de eerder genoemde oplopende winddrukken. Een verdere bijzonderheid is de door Van den Heuvel ontwikkelde Flûte traversière I-II 8'. Voor het eerst werd dit register toegepast in het orgel van de Saint-Eustache te Parijs (101VP) in 1989. Om het solistisch karakter nog sterker naar voren te laten komen werd deze stem, uitgevoerd in een exceptionele mensurering, in de Katarina Kerk op een verhoogde stok geplaatst. Ook naar de baskant loopt de mensurering wijd uit hetgeen uitmond in een zeer grondtonige klank. De akoestiek (± 6-8 seconden nagalm) draagt mede bij dat de totaalklank zeer indrukwekkend genoemd kan worden.

Interne layout

Direct achter de omgekeerde vrijstaande speeltafel staan de Barker-machines in hun dempkast gevolgd door het hoofdbalgensysteem, welke de wind levert voor de individuele balgsystemen van elk werk. Centraal boven de Barker-machines in het midden van het orgel staan de twee laden van het Grand-Orgue. Achter deze laden en boven het hoofdbalgensysteem vinden we de grote zwelkast van het Récit met eveneens twee windladen. Boven het Grand-Orgue staat het Positif in een zwelkast opgesteld. De pedaal registers staan verdeeld in C en Cis kant aan weeszijde van de manuaal werken.

Foto's

Er zijn 40 foto's beschikbaar van het orgel tijdens de bouw genomen in de ateliers en in de montage hal.

Het orgel stond compleet opgebouwd tot 14 Juni in de montage hal: 26 foto's.

De her-bouw in de Katarina kerk starte op 2 Augustus en was voltooid op 26 Augustus 1999: 26 foto's.

{/tabs}

Aanvullende informatie

  • Werkzaamheden: Nieuwbouw
  • Locatie: Stockholm (S)
  • Ingebruikname: zaterdag 05 februari 2000
  • Dispositie:
    Pédale, C-g1
    Soubasse 32'
    Flûte 16'
    Contrebasse 16'
    Soubasse 16'
    Flûte 8'
    Octave 8'
    Bourdon 8'
    Flûte 4'
    Octave 4'
    Contre-Bombarde 32'
    Bombarde 16'
    Basson 16'
    Trompette 8'
    Clairon 4'



    Grand-Orgue (I), C-c4
    Principal 16'
    Montre 8'
    Flûte Traversière 1-2r. 8'
    Bourdon 8'
    Gambe 8'
    Prestant 4'
    Flûte Ouverte 4'
    Quinte 2 2/3'
    Doublette 2'
    Sesquialtera 2r. 2 2/3'
    Fourniture 5r. 2'
    Cymbale 4r. 2/3'
    Grand Cornet 5r.
    Bombarde 16'
    Trompette 8'
    Clairon 4'

    Positif Expressif (II), C-c4
    Bourdon 16'
    Montre 8'
    Flûte à Cheminée 8'
    Quintaton 8'
    Salicional 8'
    Unda-Maris 8'
    Prestant 4'
    Flûte d'Echo 4'
    Nasard 2 2/3'
    Flûte à Bec 2'
    Tierce 1 3/5'
    Larigot 1 1/3'
    Piccolo 1'
    Fourniture 3-4r. 1'
    Trompette 8'
    Cromorne 8'
    Trémolo
    Récit Expressif (III), C-c4
    Flûte 16'
    Diapason 8'
    Flûte Harmonique 8'
    Viole 8'
    Voix Céleste 8'
    Bourdon 8'
    Octave 4'
    Flûte Octaviante 4'
    Octavin 2'
    Plein-Jeu Harmonique 3-6r. 2 2/3'
    Cornet 3r. 2 2/3'
    Bombarde 16'
    Trompette Harmonique 8'
    Basson-Hautbois 8'
    Voix Humaine 8'
    Clairon Harmonique 4'
    Trémolo


    Accouplements
    Tirasse Grand-Orgue
    Tirasse Positif Expressif
    Tirasse Récit Expressif
    Accouplement Positif Expressif/Grand-Orgue
    Accouplement Récit Expressif/Grand-Orgue
    Accouplement Récit Expressif/Positif Expressif
    Octaves Graves Grand-Orgue
    Ovtaves Graves Positif Expressif
    Octaves Graves Récit Expressif

    Mechanische toetstractuur met Barker-machines voor alle werken.
    Electrische registertractuur:
    Crescendi 1, 2 (instelbaar), Tutti (instelbaar), Piston sequencing (99 kanalen, 10 combinaties per kanaal).

Media

Gregory Lloyd speelt J.S. Bach, Fantasia und Fugue G min. BWV 542, Katarina Kerk, Stockholm.